.,Burschenschaft" of ,^Corporation" of „Verbindung" (en nog meer idiote namen voor studentenkorpsen) behooren. Die met hun witte „Stiirmer" (hooge petten met platte plakken van voren) zijn adellijken, graven, baronnen of jonkheeren.
Ik zeg, het is ook een opvatting van het leven. Als kind had ik ook een beeld van de hel. Ik geloof, dat ik nu weet, hoe de portiers eruit zien en de kellners van het vagevuur.
Gelukkig is het een heele kleine minderheid van de 3000 studenten in Heidelberg.
# * *
De Joodsche studenten hebben de ?ndere opvatting, de nuchtere.
Natuurlijk spreek ik van hen, die in ״den eerbied Gods het begin der wijsheid" zoeken, die de wetenschap niet rukken uit de omhelzing des geloofs.
De schare is Goddank niet klein. De geheele wetenschap heeft zich iti haar vertegenwoordigd: philosophen, mediciner, sociologen, ma״ thematiker, philologen en juristen. Hier ziet men eerst, dat niet de geest der Joden in goloes is. Integendeel, men komt eerst recht tot een oude talmudische gevolgtrekking, dat het hoogste vernuft het best bewaard is in een minder gelukkig lichaam. Het Jodendom is van alle ware spreuken het aanschouwelijkst voorbeeld. Kostbare wijn in oude, aarden vaten. En alleen van dien wijn is het Jodendom dronken. Zijn geest kan er niet genoeg van krijgen. Tot diep in den nacht zwelgt het van zijn Touroh en wordt in steeds hoogere verrukking gevoerd.
Ons clubhuis is synagoge en beis-hamidrosj.
Ja — ook in Heidelberg — dat wist ik niet, want 't staat niet in den gids en toch is dit ״»/?-Heidelberg.
Onze hoofdversiering: gebedsriemen. Ze omsluiten de hersens als om ze in bedwang te houden. Kleur: zwart. Het is de kroonkleur van onzen adel, we zijn meer dan graven en vrijheeren: koningskinderen.
In plaats van vechthandschoen om den rechter- hebben we riemen om den linkerarm. Ik geloof, dat we er meer overwinningen mee geboekt hebben, dan die anderen met hun degens.
Als de dag verarbeid is, komen we tot ontspanning saam. Die
II