tretend unter Gesangen oder leise gemurmélten Sprüchen diese Krauter in die Flut werf en”. Op zijn informerende vragen kwam het antwoord: Dem Volksglauhen gelte für wahr, dass mit den eingewor-fenen rheinahflieszenden Krautern alles Unheil des nachsten Jahres weggeschwemmt werde”.
Vgl. verder Steif, die o.m. stemmen laat horen van tegenstanders. Aan Mateh Moeche ontleent hij o.m. een verhaal, waarom deze Min-hag aan stromend water moet worden bedreven. Dit zou n.l. verhand houden met de sage, dat hij de tvandeling van Abraham en Izak naar de plaats van het offerdrama, de Satan zich in een rivier zou hebben veranderd. Gelijk bekend zijn de figuur van Abraham en de offerande van Izak centrale elementen in de Rosj Hasjana-symholiek.
„Kaporoh” = vergeving
Met een haan. Deze haan moge sterven, en wij mogen een goed en lang leven tegemoet gaan.
Met geld: dit geld moge voor de liefdadigheid worden bestemd.
Hatoras Nedorim = losmaken (ontbonden verklaren) van geloften.
Het Kapore-slaan, waarvoor in Oost-Europa vaak witte hanen of hennen worden gebruikt, was in Amsterdam voor 1940 reeds lang in onbruik geraakt. Waarschijnlijk moet men aannemen, dat in deze symboliek een zekere „engel” werkzaam was, die de vergiffenis tot stand bracht Steif a.w. 440 citeert o.m. Mateh Mosje, vervaardigd door een leerling van R. Salomo Lurja. Diverse Rabbijnse autoriteiten van naam noemen het gebruik dwaas (R. Salomo ben Adereth. Resp. 395). Josef Karo noemt het een heidense instelling en verbiedt bet uitdrukkelijk. Steif citeert nog Leo da Modena. In een aan hen toegeschreven werk ageert deze fel tegen het gebruik van hanen en kippen, die men als „plaatsvervangende verzoening” om het hoofd laat fladderen.
bij pag. 33.
De producten van amateur-dichtkunst doen ons denken aan het woord, dat M .Grunwald daarvoor eens heeft geprdgt: ^ichieles Verse” (Achilles-ferse des hetreffenden Dichters). Ed. Biberfeld laat zich in de inleiding tot „Ein jüdisch-deutsches Hochzeitslied” nogal boos-aardig-geestig over dit genre uit (M.J.V. XXI, 3-4, 1920, pag. 48); dit in tegenstelling tot zijn waardering voor specimina uit een vroegere periode. Zijn zulke in Nederland bewaard gebleven?
65