landsch Israël. Seminarium, Amsterdam 1918, pag. 6. „R. Awrohom Prins, die tot aan zijn overlijden in de nacht van 10 April 1851 in de hoge ouderdom van 82 jaar dus gedurende niet minder dan 41 jaren, eerst als bestuurder en later als oud-hestuurder, de belangen der instelling met allerhartelijkste toewijding heeft helpen bevorderen”.
Het boek van Dr L. B. Perel dateert uit 1877. Het wordt gedeeltelijk gevormd door een soort feuilleton, die fragmentarisch verscheen in Perels Onafhankelijk Israëlietisch Orgaan voor Nederland, dat anti-Dünner-tendensen propageerde. Daartegen verscheen dan wederom het schendblaadje Het Zweepje, Nieuw Onafhankelijk Israëlietisch Orgaan voor Nederland (1875—76). Het lijkt niet onmogelijk, dat ook de opzet van de Episode een zekere romantische reclame inhoudt voor „autochtone” rebbes; de anti Oost-Joodse opmerkingen spreken duidelijke taal.
„cheïlek” = deel
moureinoe (— onze leraar), theologische titel, die soms (zoals in dit geval) honoris causa werd toegekend.
bij pag. 17.
Tsewoës (= Tsawaoth) = testament. Vgl. Genesis 18 : 19 „want Ik heb hem (Abraham) gekend, opdat hij gebieden zou (de Hebreeuwse stam: TS W H), dat zijn zonen na hem de weg van God zouden bewaren . . . ”, Voor een gemakkelijke oriëntering kan dienen Israël Abrahams: Hebrew Ethical Wills, Phüadelphia 1926.
In het Jiddisj hier te lande sprak men van iemand, die „iets Tsewoe heeft gelaten”.
Een goed specimen van een klassieke Tsawa’a, in Nederalndse vertaling, vindt men in J. L. Palache: De Hebreeuwse Literatuur v.d. na-Talmoedische Tijd, Amsterdam, z. j. 237.
bij pag. 17. en gas wescholem de schmad in gaan = en Godbewaar voor het Jodendom verloren gaan. Schmad (w.w. schmadden) terminus technicus voor doop.
Zeicher lechoerben = ter herinnering aan de verwoesting (van Jeruzalem).
bij pag. 18. nedan = bruidschat
Benzion J.Hirsch: S. A. S. Kirsch, In Memoriam, 1916
59