Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



DE JODENHOEK

Na alles, wat er in de afgelopen jaren over de Amsterdamse Joden is geschreven, wil ik alleen maar dat optekenen, wat werkelijk persoonlijk voor mij een herinnering is. Over het ghetto kan ik dus betrekkelijk kort zijn.

In denk aan bezoeken van Koning Willem III en Koningin Sophie. De laatste met aan iedere kant van het gezicht drie krullen. Ze kwamen over de Breestraat, als ze naar Artis gingen. Wat was die stoet mooi. Voorop de cavalerie, dan de burgemeester en in een open calèche 4 oudstrijders van Waterloo, heel oude mannetjes met hoge hoeden op. Tenslotte de koets met koning en koningin, bespannen met driemaal twee paarden en op ieder paard een jockey. Men noemt dat a la Daumont. Trouwens in mijn jonge jaren leefde het volk ook nog op veel Franse woorden, restant van de Franse tijd. Er werden ook veel Franse liedjes gezongen, waar geen woord goed van was. Maar om terug te komen op de koninklijke stoet. Aan iedere kant van de koets reed een jagermeester, in schitterend groen cos-tuum, en een hoge muts van bever. Wat er verder nog kwam weet ik niet meer, want het allermooiste was afgelopen en voor de rest hadden wij geen van allen aandacht. Wij moesten ook altijd een zegenspreuk voor de koning zeggen, wat je zo aandoénlijk vond, dat je de tranen in je ogen kreeg. Dan holden we naar Artis, waar de stoet door de grote vestibule ging, en de leden door de gewone ingang. Men ging dan en haie staan om de stoet te zien en die ze de meeste keren gezien had was meschoebag (prijzenswaardig). Toen de oudstrijders van Waterloo dood waren, kwamen in hun plaats de strijders van de Citadel. Ik meen uit 1831. Dat was de Breestraat als de Meileg kwam.

Maar er was nog een andere Breestraat, die het centrum was van de Jodenhoek. Met zijn typische Joodse bevolking. Het volgende verhaal moge voor zichzelf spreken. Vroeger mocht ieder vrij met een wagen met handel op de Breestraat venten, zodat men altijd aan beide kanten een groot aantal karren met ventende handelslui kon zien. Op zekere dag — het was een Vrijdag, — „Erev Sjabbes” — werd dat verboden. Dit was aanleiding tot een formele veldslag tussen verkopers en politie. Ik weet nog wel, dat wij per rijtuig door de Houttuinen naar huis werden gebracht. Er werd zwaar gevochten. Potten met viezigheden en stenen werden uit de ramen gesmeten op de hoofden der agenten. Toen werd het schemer: de Sjabbes begon. Plotseling was het gevecht afgelopen, in de kamers werden kaarsen aangestoken en over de tot kalmte gekeerde straten gingen de Joden naar sjoel. Zo was de Breestraat.

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.