Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



Zelf heb ik nog wel zo’n echte koopman gekend uit de vorige eeuw, dat was Zoesie. In 1831 had hij mee gevochten, nu stond hij met fruit voor onze deur. Toen een van mijn broers een geschiedenisboek had gekregen, waarin een militair stond met een hoge „sjako” liet hij het plaatje aan Zoesie zien en zei: „Misschien bent U het wel”, waarop Zoesie: „Efsjer bin ich es? Ich bin es!.

En nu na Zoesie nog even: Salmen Pottendrager, de man die op Sjabbes de sjaletpotten naar huis droeg. Twee tegelijk aan een juk over de schouder. De inhoud van een sjaletpot bestond uit een „koe-geltje” op de bodem, afgedekt met een stenen pannetje, dan vlees, water, rijst en Spaanse erwten. Op de pot een deksel, die werd dicht gelijmd met een dikke pap. Ze werden tegen Sjabbes opgezet en bleven daar tot de volgende dag 12 uur. Dan werden ze naar huis gebracht, en goed af gedekt tot eten in bed gezet. Eens viel zo’n pot op straat kapot voor de deur van een zwangere vrouw en toen moest de familie er op uit — de hele Breestraat langs — om een bordje eten voor haar te krijgen; het lukte natuurlijk en men heeft gelukkig nooit gehoord, dat de vrouw van een gebroken „sjaletpot” is bevallen.

En na de Breestraat: de Houttuinen, de straat, die daaraan parallel loopt. Door zijn zijstraten als Uilenburgersteeg en Markensteeg is ze te bereiken. En ook langs een eindje Zwanenburgwal. Op dat eindje Zwanenburgwal werd Zondagsochtends oud-roestmarkt gehouden. En dan kwamen de Jordaners en kochten terug wat in de loop van de week bij hun was opgekocht.

Midden in de Houttuinen was een koeiestal. Die behoorde aan Woudenberg, de vader van het Tweede Kamerlid. Op Pesach gingen we met onze knecht Zabel mee om daar de melk zo onder de koe vandaan te halen. Er was natuurlijk een niet-Jood die de koeien melkte, want toendertijd was een goeie Jid nog bang voor een koe. Daarin heeft het Zionisme toch wel verandering gebracht. We hadden een metalen emmertje waarin de liters door koperen spijkertjes aangegeven werden. Ik zie het nog zo voor me.

Ook was er in de Houttuinen een kippenfarm. Daar brachten alle omwonenden hun overgebleven eten heen. Dr. de Hond heeft eens geschreven, hoe een kip de Breestraat opwandelde en „kol bekaai” mee op jacht ging. Later werd het wandelen van kippen verboden, en toen ontstond het schone lied:

Langs straten en grachten, en plein en plantsoen,

Daar mogen de kippen geen wandeling meer doen.

Onze knecht Zabel woonde in de Houttuinen met gezin, en wel

40

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.