Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



een souper volgde, waar de jongen benschen mocht. Er waren dan wel tien mannen of meer, zodat de bensch volledig met alles wat er bij hoort moest worden uitgesproken. De Sabbath na de verjaardag was er dan receptie. De bas mitswo werd ook gevierd. Wij kregen extra getracteerd en extra cadeautjes, ook van de familie, maar er werd geen publiciteit aan gegeven. Zo ging het op speciale dagen.

Maar was niet elke dag bij ons thuis een Joodse dag? Tweemaal werd er „mezoemon” gebenscht en vlak voor het einde was mijn vader gewoon te zeggen „horachamon hoe jechajeinoe wizakeinoe wikorwei-noe limous hamoschiach oelewinjan beis hamikdosj oelegajei ho’ou-lom habbo”. Want aan de verlossing dacht mijn vader altijd en dikwijls sprak hij ons er over. Zeker: van het Zionisme wilden de vrome Joden niets weten. Zoals mijn vader zei: „lou al jedeh malag, welou al jedeh scholieach, welou aj jedeh sorof, elo Hakodousch boroech hoe”. Zo wilden zij de Moschiach zien: Eilje nowe op een wagen, met vurige paarden bespannen, die uit de hemel komt aanrijden om de doden op te wekken, waarna de stoet onder leiding van Hakodousch boroech hoe naar Jeruzalem zou optrekken. Het wachten was op de „lammed woow”, (de zes en dertig braven) of dat de wereld zo slecht was dat ze niet meer bestaan zou. Daarom zei men van een lelijke vrouw; daar kan de moschieach niet om komen, want dan bleven de mannen te braaf. Op de begraafplaats zou de herleving plaats vinden. Ook hoorde ik mijn vader dikwijls spreken over de „gilgoel megiles”, de wenteling van de zielen onder de holten der aarde, totdat zij deel waren geworden van de grond van Erets Jisroeil. De reden, waarom ook uit onze misjpoge vroeger de mensen liever tijdens hun leven naar het heilige land gingen om er begraven te worden. Zoals mijn betovergrootvader, R. Abbele Hes, de vader van Aaltje Hirsch-Hes, die in het midden van de vorige eeuw naar Palestina ging om daar te sterven. Reb Abbele was al in mijn vroege jeugd een legendarische figuur uit een ver verleden. Hij zou volgens een legende op negenjarige leeftijd de Moureine hebben gekregen, aan welk verhaal het merkwaardige rijmpje zijn ontstaan dankt:

Reb Abbele mus gassene machen

Alle leit beginne ze lachen

Onze familietraditie weet te verhalen, dat toen hij zijn plan om naar Erets Jisroeil te gaan aan zijn vrouw mededeelde, deze zou hebben gereageerd; „Gei du nach Erets Jisrool und bring mir nach Zeeburg”. Doch hoe dit ook zij, Reb Abbele ging!

Zo diep verworteld en levend bleef dit mystieke geloof, dat mijn vader op Muiderberg begraven wilde worden dicht bij de poort, om

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.