Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



geoord. Mijn vader oorde altijd in onze sjoel minche. Later werd onze sjóel gesloten, omdat de persoon die lajende moreel en sexueel niet deugde én mijn vader dat niet graag aan diens vader wilde zeggen. Mijn vader die zijn minche trouw bleef, deed dat sindsdien iedere Sabbath in Talmud Thora. Als hij het een enkele maal thuis verrichtte, zei mijn moeder, met een toespeling op de bekende woorden uit het Sabbath-middag gebed, wel: Jitchak jeranein (= Izak juicht); zij doelde dan op vader’s extase.

Vaak denk ik nog aan die oude sjoel. Wij hadden een Oren Hakou-desch met vijf thora’s. Drie waren maar van ons. Voor de jomiem nouroïem droegen alle seforiem witte toöetten. Eén perouches was gemaakt van de bruidsjapon van mijn grootmoeder. Wij hadden ook mooie antieke keleh koudesch, en jodous om bij het lajenen aan te wijzen. Op Tische Bow werd geen licht aangestoken, maar zaten ze op de grond, ieder met een kaarsje. Op Simchas Toure was er bal. Er werd dan met de seforiem gedanst, en de kinderen kregen in sjoel lekkers. Later werden de seforiem weggegeven. Een ging naar het Beth Hamidrasj, een naar een particulier minjan en een {eten kleintje) kreeg mijn neef Kirsch, de raw van Zwolle. Het zilver werd verkocht, want dat geld konden we toen best gebruiken. Eens werd er een Seifer Toure posel; dat moest toen begraven worden. Gewone Joodse boeken gingen naar de scheimesbak onder de nieuwe sjoel. Dat noemden wij de „heilige vuilnisbak”. Sifrei Touro worden in een stenen pot gedaan en op de begraafplaats in de grond gestopt. Zelfs als ze in goede staat zijn mag men ze niet verkopen, alleen voor de nedan van een dochter, maar die leeftijd hadden we toen nog niet.

Nu ik zo aan het nadenken ben over onze sjoel en zijn speciale gebruiken, denk ik aan 20 heel veel, dat in onze jeugd plaats vond en dat voor goed is verdwenen. Hoeveel minhogem kende het oude Amsterdam wel niet en ze bleken vaak taaier dan de mitswes. Allereerst die, welke met het doodgewone dagelijkse leven te maken hebben.

Aan het eten werd vooral op Sjabbes en Jomtef heel veel aandacht besteed. Mijn vader placht te zeggen „Ghaje sjoe ist auch leben” = het tijdelijke leven hier op aarde is ook leven. Dat bedoelde hij zeker in tegenstelling tot het Christendom. Er werd bij ons echt Joods gegeten, hoewel wij er geen speciale Cultus van maakten. Op Vrijdag na de ochtendsjoel gingen vele vrome mannen — ook mijn vader — naar de markt om vis te halen en zodoende persoonlijk deel te nemen aan de voorbereidingen voor de Sjabbath. Dat geschiedde op de Nieuwmarkt, waar de stalletjes stonden met het front naar de Gelderse kade. Tot de andere voorbereidingen voor

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.