Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



twaalf uur, vervolgens naar het fonteintje om handen te wassen en „ascher kiddeschonoe” te zeggen, en als we dan weer op onze plaatsen zaten en onze broodtrommeltjes voor ons namen werd er „ham-moutsie” gezegd in koor. Na eten werd er tezamen „gebenscht”, en dan „minche” geoord. Ik heb dat zoveel jaren trouw gedaan, dat ik de daagse „Schmoune esre” nog uit het hoofd ken. Trouwens thuis moesten we ook altijd oren, maar voor de meisjes was er geen toezicht op. Vrouwen behoeven het niet te doen. Mijn moeder deed het nooit. Voor huisvrouwen geldt de spreuk; Hóousek bemitswe, poter min hamitswe. Wel bestond een morgenbroche, heel eenvoudig.

Op school was het wel aardig. Er werd ook niet slecht geleerd. Er waren jongens en meisjes. Als de meisjes handwerkles kregen, zongen de jongens kadmoh, moenag, zareko, moenag, moenag, segoul enz. En terwijl de meester met een stok op het bord aanwees, zaten de meisjes vlijtig op hun werk te kijken. We hadden ook een tekenmeester en een zangmeester. Dat waren geen Joden. Een van onze tekenleerlingen is indertijd een bekende schilder geworden: Eduard Frankfort.

Men moet zich overigens niet voorstellen, dat deze „Joodse” opvoeding tot grote resultaten leidde. In het algemeen — ik zonder ons milieu en nog menig ander uit — was het amratses toen al zeer groot. Vele Joden waren wel vroom, maar ze wisten van het Jodendom niet zo heel veel. Ze oorden in sjoel, maar ze wisten niet wat ze zeiden. De Amsterdamse Joden vertelden toen al verhalen van mensen, die op Jom Kippoer, door de tekst van „Sjeimes” heen, werktuigelijk doorlazen, dat het Machzer gedrukt was bij Proops. Zo ontstond de uitdrukking: „Lezen mit kouhaniemhandjes” — naar men weet stelt het drukkersvignet van de firma Proops een paar priesterhanden voor, die ook wel voorkomen aan het slot van een gebedenboek.

De liedjes die wij leerden stonden in het nutsboekje. De meeste gingen over de dapperheid van de Hollanders. Er was een aardig gebruik op school en waarschijnlijk op alle sectescholen. De kinderen die nog niet schrijven konden, leerden ter ere van Rousj Hasjono een gedichtje, terwijl de ouderen die het wel konden een prachtbrief schreven, waarvoor speciaal extra papier met gouden versiering werd gebruikt en een plakplaatje, voorstellende een man in sargenes, met een schofar in de hand of iets dergelijks. De brieven werden opgerold en met lintjes dichtgestrikt onder het kleedje bij de galles gelegd, waar de vader ze na de kiddoesj vond. We beloofden in die brieven van alles en nog wat, en smeekten meer zegeningen af dan Onze Lieve

28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.