liggende straten op de Breestraat wandelden, die in die jaren bij de Joden ook wel „de zaal” werd genoemd. Soms had je moeite je eigen huis weer binnen te komen, zo vol was het er.
Het inwendige van het huis is vaak verbouwd. Zo hebben wij eens aan de voorkant er een hangkamer in laten maken. Er waren toen heel hoge ramen. Ik herinner me levendig, dat — toen die kamer werd gemaakt — mijn vader eerst zijn neef Eikie Spitz heeft laten komen, dat was ons langste misjpoge-lid. Om de hoogte van het vertrek te bepalen, werd Eikie „genomen” met een hoge hoed.
16