Zichronot - Herinneringen

Titel
Zichronot - Herinneringen

Jaar
1952

Pagina's
92



VERDERE LOTGEVALLEN VAN MIJN FAMILIE

Laat ik nu weer tot mijn verhaal terugkeren. Kort voor de geboorte van mijn vader stierf de eerste vrouw van mijn grootvader, waardoor mijn vader als kind van wettig getrouwde ouders kon ingeschreven worden. Grootvader beschouwde dat als een groot voorrecht en sedert dien wijdde hij zich nagenoeg geheel aan de studie van het Jodendom. Dag en nacht leerde hij en om zoveel mogelijk tijd beschikbaar te hebben, zocht hij een compagnon: dat was Wage-naar. Het enige conflict dat zij ooit hadden, ging er om dat Wagenaar ook „cheilek” aan het lemen wilde hebben, maar dat gelukte hem niet.

Bij zijn dood kreeg grootvader de moureine. Doch alhoewel hij in Joods weten zo bedreven was geweest, moest hij gedurende zijn gehele leven toch met een echt „vak” zijn kost verdienen. Aan de „Toure” mocht hij niet beter worden. In Erets Jisroeil hadden de Rabboniem ook dikwijls een vak. De schone maar onlieflijke expressie: „een matroos klimt voor de duiten en een rebbe lemt voor de duiten”, komt van mijn grootvader.

Bij zijn sterven heeft hij „tsewoës” nagelaten, een geestelijk testament, waaraan de kinderen zich stipt hielden. Zo’n testament werd niet altijd opgeschreyen, maar toch werden de bepalingen er van door kinderen als bindend aangevoeld. In de regel behelsden de „tsewoës” ethische vermaningen. Zo had hij bepaald, dat de kinderen nooit profaan mochten studeren. Mijn vader heeft zich er aan gehouden.

Hoe in later dagen dergelijke tsewoës niet meer door de kinderen worden geëerbiedigd, blijkt uit een anecdote, die in onze familie de ronde deed. Toen mijn tante uit Zutfen op sterven lag wilde ze haar zoons zeggen dat ze zich nooit mochten laten scheren met een mes. Jacob was alleen in de kamer en heeft zich dit ter harte genomen, maar Jacques zei: „ik was er niet bij, dus daar weet ik niets van”.

Men verwondert zich misschien even over de laatste wens van mijn grootvader inzake studeren. Dit was in mijn jeugd echter heel gewoon. Wij mochten niet nader contact hebben met wat men tegenwoordig noemt: algemene beschaving. Muziek mochten wij ook niet leren. Men zou eens mooi kunnen spelen, daardoor met artisten in aanraking komen en gas wescholem de schmad in gaan. Trouwens muziek ging een goede Jood sowieso nooit horen. Zeicher lechoerben. Alleen bij een bruiloft mocht het.

Om nu op mijn grootvader terug te komen. Hij had een ologra-fisch testament gemaakt met veel onuitvoerbare bepalingen. O.a. had

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.