De zoon van een gazzen

Titel
De zoon van een gazzen

Jaar
1967

Pagina's
414



Alleen rechtvaardigheid heeft niet iets beters boven zich, en daarom moeten we de rechtvaardigheid zoeken. Langs den padgebaanden weg, wen die rechtvaardig is, en anders waar ons hart ons weg wijst.

Zijt gij rechtvaardig geweest, P.L. Tak.

En ben ik onrechtvaardig!

Antwoord daar eens op. Maar niet in “het Volk”, waar ge politiek leider zijt, doch voor u-zelf, als ge slechts een mensch behoeft te wezen.’

Voor vijftien cent was het curieuze pamflet verkrijgbaar; Jacques van Cleef had voor de uitgave zorg gedragen, de uitgever tevens van Pypelijntjes, zoals nog eens extra op de achterzijde van het omslag werd vermeld:

‘Bij den uitgever dezes verscheen mede: pijpelijntjes (Het leven van Cor Koning en Felix Deelman.) door Jacob de Haan. Prijs: Ingenaaid f 2.90. Gebonden, Kop verguld ƒ 3.50.

Intussen was ook zijn positie als onderwijzer moeilijk geworden. Maar de problematiek op dit punt werd al evenmin zonder meer door de losgeslagen jongen aanvaard. In de Bond van Nederlandsche Onderwijzers werden vergaderingen georganiseerd, waar het soms heftig toeging. Dat een schrijver van zulk een roman moeilijk in aanmerking kon komen voor een benoeming ging boven zijn bevattingsvermogen. Het was vooral de socialist J.W. Matthijsen, die De Haan op felle wijze heeft bestreden. De jonge Joodse onderwijzer was een maatschappelijke outcast geworden.

En toch kwam de confrontatie in de artistieke sector nog veel harder aan. De oorzaak hiervan moet worden gezocht in de Opdracht, die Jacob de Haan aan Pijpelijntjes meegaf. De opdracht namelijk ‘Aan goede / A. Aletrino / Voorwinter 1904’, kennelijk bedoeld om de indruk te wekken, als zoude Aletrino, de Tachtiger, intieme relaties met hem hebben onderhouden. Zelfs wordt diens naam genoemd in de tekst, namelijk de student in de medicijnen ‘Sam’, die eigenlijk ‘Arnold’ heette.

Een onaangenaam facet van de methoden van Jacob de Haan komt naar voren. Zonder hem over aard en inhoud van het boek in te lichten droeg de jonge schrijver zijn boek op aan de oudere vriend, met wie hij sedert jaren goede relaties onderhield. Het is o.m. in de brieven van Jacob aan Lodewijk van Deyssel, dat wij - zij het zijdelings - over deze onverkwikkelijke nuance worden ingelicht.

Reeds op 15 juni 1904 had De Haan zich tot de Nieuwe Gidser gewend, van wie bekend was, dat hij gaarne jonge artisten hielp, ook Joodse. ‘Zooals u dooie Henri Hartog deed ...’ Jacob doelt op het voorwoord van Lodewijk

62

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.