Hes ‘ziet in dit schrijven geen Exuus ..En de parnes had gelijk. Izak de Haan hield het hoofd recht.
Gorredijk 4 Januari 1885
den Kerkeraad der N.I. Gemeente te Gorredijk WelEdele Heeren!
Naar aanleiding der pogingen door mijn zwager in het werk gesteld, ten einde eene hereeniging tusschen den Kerkeraad en mijn persoon te verkrijgen, ben ik zoo vrij U te verzoeken het bij Uw schrijven van 18 Juli 1884 gegeven ontslag intetrekken, en het voorgevallene alsmede hetgeen daarmede in verband staat, of daaruit is voortgevloeid te beschouwen als niet te zijn geschied.
Met achting van UEds de dienstw. dienaar I. de Haan.
Lapmiddelen mogen echter op den duur niet baten! Het conflict is te hevig geweest. Als wij dan spoedig vernemen, dat Izak eervol ontslag vraagt, voelen we ons opgelucht. En eenmaal de knoop doorgehakt, begrijpen wij zo goed, dat hij - ongeacht de contracten, waarover de rebbe zelf zo graag ‘lernde’ - zo spoedig mogelijk weg wil. Nog vóór ‘de 4 weken Jomtef ’.
De Haan het woord gevraagd en bekomen hebbende zecht dat 21 September 2 dagen na de Grote Verzoendag is en dat met zijn huishouding geen tijd van verhuizing is, en hij daarom gevraagd heeft om 1 September te mogen gaan, daar hij anders de gehele Jomtef zoude moeten blijven en eerst half October zoude kunnen gaan verhuizen en dat dan veel later in de tijd is om met zijn gezin op reis te gaan.
Maar de parnosem willen hun sociale prooi niet loslaten. De gazzen mocht zo maar niet vóór Rosj Hasjana dit erf van religieuze overpeinzingen verlaten! Izak zet echter ook nu hardnekkig door; hij kan niet meer! Geen maand, ja eigenlijk geen uur. Hij is reeds benoemd in Zaandam. En op 26 augustus 1885 vermelden de al te geduldige notulenboeken:
Het Kerkbestuur der Nederl. Israël. Gemeente te Gorredijk verleend bij deze aan den Heer I. de Haan op zijn verzoek: eervol ontslag als: Godsd. Onderwijzer, Voorzanger, Sjochet, Leeraar, Secretaris, en Kerkelijk Inzege-naar bij de Nederl. Israël. Gemeente aldaar welke functiën ZEd aldaar gedurende ruim drie jaren met ijver heeft waargenomen.
Het Kerkbestuur voornoemd w.g. Z.J. van Leer, v.z.
J.M. Hes. Thes.
31