Het Joodsche lied, 2de boek

Titel
Het Joodsche lied, 2de boek

Jaar
1921

Druk
1921

Overig
1ed 1921

Pagina's
162



VI

62

Gij hebt het leven van mijn Vriend verslagen, Dood: maar ik overwin u met mijn lied. Tot aan het eind der menschelijke dagen Vergeet hij, die mijn lied'ren leest, hem niet.

Zoo rijk als gij, Dood, mijn tranen deedt stroomen, Zoo rijk laat het Leven stroomen mijn zangen. Een Engel Gods verschijnt hij in mijn droomen, Die hemelsch rust van al zijn aardsch verlangen.

Dood: dat donkre gravers de Aarde openkeerden Niet voor de weelde van het zwellend zaad Maar voor den Knaap, gestorven voor zijn tijd. . ..

Stierf hij te vroeg? Die ons berusting leerde Zijne Moeder, houde ons hart vrij van haat, Dood en Leven: 't is al Góds heerlijkheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.