Kleine beschrijvingen: Het daggie

Titel
Kleine beschrijvingen: Het daggie

Jaar
1907

Overig
verhaal

Pagina's
6



33

wel eens meer van haar dan zij verantwoorden konden. Trouwens, dat ging over en weer.

Juffrouw Veer begon nu ook over haar plan. Ze pakte uit over haar mallen kerel, maar niet erg, omdat hij d’r niet bij was, en omdat alles nou toch nog op z’n pootjes terecht kwam. Ook ging het juffrouw Bergman niets aan, wat zij en haar man met mekaar hadden. Nee, zóó was je goed, zóó was je slecht, en dan wier alles maar over breed gebracht. Ze zei dus, dat ze het plan had met deze mooie dagen, om de buren te trakteeren op een reisje naar Zaandam. Heen en weer. Ze had nu toch de kaartjes. Tien. Daar konden dan vijf buren van profiteeren. Juffrouw Bergman wou zeker wel van de partij zijn? En de huisjuffrouw, die kon ze niet uitsluiten. En dan juffrouw Assmann en de nieuwe juffrouw van drie-en-dertig twéé-hoog. Dat waren d’r net vijf met haarzelf meegerekend. Ja, de juffrouw van drie-en-dertig, die was nog wel nieuw op de buurt, maar zij was altijd zeer netjes. Haar man was in vasten dienst bij de gemeente, dus daar kwam toch ook Jan-Rap-en-zijn-maat niet in. En zoo’n uitstapje was dan weleens meteen ’n goeie gelegenheid om kennis te maken. Juffrouw Bergman zei niet veel. O, net weer, of ze het niet deftig genoeg vond. Dan had ze ’t maar voor ’t zeggen. Dan wier er doodeenvoudig een ander meegevraagd.

Toen juffrouw Bergman zoo weinig zei, werd juffrouw Veer wel wat verlegen, ’t Was misschien ook beter geweest als ze niet ’t eerst bij juffrouw Bergman was gekomen. Hoe lang geleden was ’t, dat ze mekaar allemaal harde woorden hadden gezegd over en weer? Ja, vergeven en vergeten, dat was maar mooi en makkelijk, voor wie ’t kon. En altijd bleef er nog kwaad zeer van zitten. Van pure verlegenheid begon juffrouw Veer toen haar plannetje heelemaal prachtig te maken. Ze had dan zóó gedacht: gewoon op tijd eten, dat de mannen naar d’rlui werk konden, maar dan de bordenboel laten staan voor den volgenden dag. En dan naar Zaandam met ’t bootje van tweeën, of om kwart vóór dan ging er óók een, al naar het uitkwam. Dan in de stad wandelen. Ze was er nooit geweest, maar ze had ’n kennis, die d’r ’n nicht had, dus daar niet van.’t Was d’r heel aardig. Allemaal slooten en zoo, en houten huizen, die waren dan groen geverfd. Stel je voor hier in Amsterdam! Enfin, daar wou ze niet op neer kommen. Met die warmte was ’n tochie met de boot alleen al mooi genoeg, Boterhammen zou ieder voor zichzelf moeten meenemen. Ja, die nam je van thuis tienmaal zoo goedkoop mee, als dat je ze daar buiten kocht. Maar melk, of als ’t uitkwam thee

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.