HAARDVUUR.
Wat drijft het vuur?
De wind.
O, mijn onrust, die dag noch uur Uw vrede vindt.
NIEUWEMAANSFEEST.
Weer keert een maand. Weer zeg ik de gebeden Gelijk gesteld voor het Nieuwemaansfeest.
In het Gebed proef ik, dat weer geen vrede Mijn leendeel is geweest.
AAN......
De zwaluwen vliegen ver .... zóó ver.
Van verder komt uw brief.
In 't avondblauw bloeit ster na ster.
Vergeet mij niet. Ik heb Holland zoo lief.
JEUGD.
Uw jeugd is jeugd. Omdat al jeugd vergaat En gij de jeugd slechts aan ouderdom meet, Geniet daarom niet minder al uw baat.
Het Feest vergaat vóór dat de drinker 't weet.
WANHOOP.
Dat mijn ziel door vreugd en wroeging geteis-Verlangde naar Jeruzalem en rust. [terd,
En dat ik hier, gehavend en ontheisterd, Verbrand van wanhoop, die de Dood slechts
[bluscht_
82