Kwatrijnen

Titel
Kwatrijnen

Jaar
1924

Druk
1994

Overig
poezie

Pagina's
192



NADERING.

O, Tijd, die mij van een Knaap ongepijnd, Gemaakt heeft tot een drift-gepijnigd man,

Ik voel het zeer: gij drijft mij naar het eind, Dat ieder vreest en niemand keeren kan.

EEUWIGE TIJD.

Mijn Vader was een Knaap. Ik ben geworden Ouder dan hij bij mijn geboorte was. Geslachten bloeiden en geslachten dorden:

De Eeuwige Tijd gaat ras.

BEGRAFENIS.

Vier dragers dragen hem met lichte schreden. Hij strekt, die stierf, op zijnen doodenbaar. Straks is het lot der dragers óók geleden En valt hun hart, als zijn hart, dood en zwaar.

DROEFHEID.

Ik ben moede van 't leven.

En ik wil niet sterven.

Zoo word ik machteloos gedreven Langs verlangen en verderven.

ONRUST.

Rusten in 't Leven kan ik niet.

Rusten in de Dood wil ik niet.

Mijn angst en wroeging ban ik niet.

Mijn doffe klagen stil ik niet.

75

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.