Kwatrijnen

Titel
Kwatrijnen

Jaar
1924

Druk
1994

Overig
poezie

Pagina's
192



BEGRAFENIS.

In eene smalle kist wordt hij gedragen,

Die niet genoeg voor rijker uitvaart won.

Als men ons rijk uitdraagt zijn dan de vlagen Ons zoeter van lentewind en van zon?

CAIRO.

De felle middagzon houdt mij hier binnen. Maar neen. De zon roept mij toch droomend uit. O, blijde ziel, o, zielsverblijde zinnen:

Daar bouwt Caïro. Waar is rijker buit?

NA-MIDDAG.

Straks zwerf ik uit, bij ’t dauwend avonddalen. Niets zoekend en niet wetend, waar ik ga.

Zal ik heden, als gistren, droomend dwalen Tot ik voor den stralenden Nijlstroom sta?

MOUSKY,

Een herdersknaap. Een arm vol geurend gras, Gaat droomend door de driften van de straat. Alsof de Stad een zonnig weiland was,

Loopen zijn schapen mee met mild geblaat.

OCHTEND.

De milde morgenwind kust mijne wangen. Waar heeft de wind mij voor het eerst gekust? ’t Is alles een. Onrust en fel verlangen Wordt in de Eeuwigheid rust.



22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.