Kwatrijnen

Titel
Kwatrijnen

Jaar
1924

Druk
1994

Overig
poezie

Pagina's
192



NAAR HET OOSTEN.

Ik kan hier licht het Oosten vinden,

Ochtend, Middag en Avond voor 't Gebed, Want daarheen baant onder de milde winden De boot zijn weg door ’t eindloos waterwed.

ZORGELOOS.

Waar is de wijn, dien ik gisteren schonk?

Waar is de wijnglans, die gisteren blonk?

Vraag niet. Klaag niet. Reik mij den nieuwen wijn En laat ons eiken dag éénen dag zorgloos zijn.

TALMUDISTEN.

Zij hebben ’t eigen Zelf aan de Eeuwigheid ge-

[geven.

Nu noch door hun Zelf noch door de Eeuwigheid

[geplaagd.

Terwijl mijn hijgend hart, moede van machtloos leven,

Zich niet verliezen kan en toch verloren klaagt.

VLUCHTEND GELUK.

„Wat ben ik toch gelukkig'' dacht ik heden, Toen ik de Mousky van een balkon zag.

Maar de Eeuwigheid sprak strak: „Het is ver-Uw Oogenblik” en zwaar viel mij de dag. [leden.

ARMOEDE.

Het zachte leven en de zachte dood.

Niet meer kleederen dan men daaglijks draagt. Wat dadels, water en Arabisch brood.

Koning, die niet meer van de Eeuwigheid vraagt.



21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.