ZEEWIND.
Zijn sterke maat, zijn ruischende rijmen Heeft het zeelied niet minder dan het men-Ik luister. Maar de hartsgeheimen [schenlied. Van de zingende zee versta ik niet.
INTREE VAN DEN SABBATH.
’t Is alles anders en toch alles één.
Mij brengt de Dag zijn Heiligheid Op volle zee. Trok ik ook zwervend heen Overal is de Sabbath en Gods veiligheid.
SABBATHLICHT.
Met lied en licht heb ik u blijde ontvangen Hier op de zee als in mijn Stad.
Laat mij nimmer één ander heil verlangen Dan uw heilige schat.
AVONDGEBED.
Die heilig van onheilig scheidt,
En mijn Lied rijk maakt met Zijn zegen Voert mij, waar nu de Zon daalt, tegen Den Sabbath en zijn heiligheid.
PSALMEN.
Hij kent mijn lust. Hij kent mijn nooden.
Weet wat het hijgend hart behoeft.
Hij zendt den Sabbath, Zijnen Bode,
Wiens Boodschap nooit bedroeft.
16