SMART.
Dit: dat ik overal heb liefgehad,
En nergens kon vergeten,
Dat ik tot Vreugde neergezeten,
Slechts wroeging had.
BERUSTING.
Is dit misschien mijn laatste zonnedag?
Laat het getroost de laatste zijn. Geniet Te feller dan wat gij heden nog ziet Aan liefde en lach.
SNEL GELUK.
O, pluk de donkre rozen vóór zij dorren.
En kus den lentewind: hij waait snel over.
Geen tweemaal wandelt ge onder ’t zelfde loover. Machtloos als al uw vreugd is al uw morren.
DE DOOD.
Als het vandaag niet is, dan is het morgen. Wat baat ontvluchten, als gij zeker weet,
Dat zijn handen uw keel verworgen.
Zijn worm uw hart vervreet.
EEUWIGE SPOT.
Ik denk aan alles, wat ons heeft bewogen Van getij tot getij.
De Eeuwigheid glimlacht met zijn spottende De Aarde valt voorbij. [oogen.
13