VERBLIJDEN.
Wolken, bergen, droom en daden,
Kan ik nauwlijks onderscheiden.
Maar ik ga langs al mijn paden In een bezonnen verblijden.
BRANDING.
De Zee breekt over de schuimende keien,
De Eeuwigheid luistert naar zijn Lied. Wanneer mijn Liederen schreien Luistert de Eeuwigheid niet.
BERUSTING.
Vraag niet naar veilig of onveilig Want in Gods wil is alles één.
Langs lusten heilig en onheilig
Voert Zijne Liefde mij naar Jeruzalem heen.
VERLATEN.
Hoe zal het Woord, het al-gemeene Beelden wat ons beiden verbindt?
Nacht breidt zich over de zee henen,
En door het scheepswant waait de wind.
VREDE.
Ik luister naar de Zee.
Luistert de Zee naar mij ?
Glimlachend langs de zilvren ree Mijmert de Tijd voorbij.
6