Brieven uit Jeruzalem

Titel
Brieven uit Jeruzalem

Jaar
1941

Pagina's
89



HET BESTE GELD

Hij heeft mij een gulden meegegeven op reis. Dit is de Joodse gedachte. Wanneer iemand op reis gaat, op een verre reis, geeft men hem een geldstuk mee, dat hij geven moet aan den eersten armen man, dien hij in het vreemde land ontmoeten zal. Hij reist dan voor een liefdadig doel en hij reist veilig. Gelijk geschreven staat: liefdadigheid redt van den dood. Ik ben heel blij met den gulden, dien hij mij gegeven heeft. Ik heb later ook nog een shilling gekregen, een frank en een gouden tientje. Het aardige gebruik is niet zeer algemeen meer, en er zijn er misschien velen, die het niet eens kennen.

Maar het meest verheugd ben ik over den gulden. Omdat hij mij gegeven is door iemand, die de meesten onzer voor onze goede zaak verloren achten. Maar niemand is ooit verloren. Het vuur slaapt onder de asch. Nu reizend, denk ik: aan wien zal ik den gulden geven? De shilling heb ik te Gravesend gegeven, dadelijk na de landing, aan een oude man bij het station. De frank heeft een bejaarde dame te Parijs gekregen. Havre is een rijke stad. Daar heb ik geen bedelaar gezien.

Maar het tientje en de gulden, die moet ik juist bewaren tot Jeruzalem. Moet ik ze nu juist aan den eersten den besten geven, of mag ik een keus doen?

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.