Brieven uit Jeruzalem

Titel
Brieven uit Jeruzalem

Jaar
1941

Pagina's
89



HET GEVAAR

Avond en donkere maan. O, ik heb de maan nooit zoo mooi en zoo belangrijk gevonden als te Jeruzalem, waar zoo goed als geen straatverlichting is. En ik ben op weg naar het Schaare-Zedekhospitaal, ver buiten de stad aan den straatweg naar Jaffa. Ik weet den weg wel in den donker. Maar toch wilde ik dat de maan er was. Groot varen de wolken door den hemel boven de Stad. Aan open hemel staan de sterren. Maar plotseling de wolken weer daarvóór. De wind waait over het open veld tegenover het gebouw der Russen. Ik sidder. Wat is er? Wind en wolken boven een Stad. Moet ik daarvoor dan bevreesd zijn ? Men heeft mij voorspeld, dat ik mijn natuurlijken dood hier niet sterven zal. Dwaasheid. Als ik den man twee piasters meer gaf, voorspelde hij mij een Joodsch Koninkrijk van Dan tot Beërsebah. Maar zie, — vóór mij op den weg. Een wolk? Het is donker en groot. Het beweegt. Het nadert. En terwijl het nadert wisselt het voortdurend van vorm. Breeder. Smaller. Langer. Korter. Paarden zijn het niet; het is laag bij den grond. En het gaat geluidloos. Zijn het Arabische roovers, die een aanval beramen op de stad Jeruzalem? Neen, het is een kudde schapen. Ze zijn nu nabij. Ze loopen op korte wollen pootjes geluidloos. En ze woelen voort-68

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.