86
tijdschrift ״Mind” een prijsvraag uitgeschreven over ״The causes of .the present obscurity and confusion in psychological and phylosophical terminology and the directions in which we may hope for efficient practical remedy.” Bekroond werd een antwoord van Prof. Fer-dinand Tönnies, te vinden in ״Mind” van Juli en October 1899 en van Januari 1900. Naar aanleiding daarvan gaf Lady Welby eene bijdrage in ״Mind” van April 1901. *)
* *
*
wiskundige Aan de grens van mijn gebied van onderzoek ligt mfiek. wiskunc}jge signifiek. De beoefening van de wis-
kundige signifiek zal voor de meeste rechtsgeleerden groote moeite opleveren, daar onze wiskundige kennis te gering zal zijn. Toch is de studie van de wiskun-dige signifiek voor den rechtskundige van groote beteekenis, daar de wiskunde velerlei uitdrukkings-middelen kent : figuren, formules enz., waarvan de waarde, ook voor de rechtswetenschap, nauwelijks wordt vermoed. 1)
Als grondslag voor eene toekomstige wiskundige signifiek is aangewezen het proefschrift van Prof. Dr. L. E. J. Brouwer ״Over de grondslagen der wiskunde.” De Heer G. Mannoury heeft in eene beoordeeling
1
Over de waarde van formules als uitdrukkingsmiddel in de rechtswetenschap: Jacob Israël de Haan ״Nieuwe Rechtstaal-philosophie” in het ״Rechtsgeleerd Magazijn” van 1912 bldz. 506 naar aanleiding van eene bijdrage van Prof. Benedikt ״Une for-mule fondamentale de Psychologie et ses relations avec la crimi-nalité'' in de Verslagen van het Congres voor Crimineele Anthro-pologie van 1901, bldz. 17.