73
Dezelfde strekking heeft eene ingezonden bijdrage van Mr. R. van Woelderen in W. 9108.
In een hoofdartikel ״Onrechtmatige daad” in W.
9139 wordt nogmaals de aandacht gevestigd op de slechte uitdrukkingswijze van dit Wetsontwerp.
Dit doet eveneens : Mr. Dr. H. R. Ribbius : ״Eenige opmerkingen over het wetsontwerp tot regeling van de onrechtmatige daad.” τ)
Bij Nota van Wijziging is eene nieuwe omschrijving voorgesteld van het begrip ״onrechtmatige daad”.
Daaruit is het schuldbestanddeel geheel verdwenen. 1)
Dat het uitdrukkingsvermogen van de tegenwoor-dige Nederlandsche rechtstaal niet voldoende mag worden genoemd, is dus bij de Nederlandsche rechts-geleerden niet onbekend.
De Nederlandsche Juristen-Vereeniging heeft eene Taaicommis-Commissie benoemd : ״welke een verslag zal uitbrengen =1evvan de N· omtrent de gebreken der Nederlandsche rechtstaal en de middelen tot verbetering.” 3)
* *
. *
Enkele opmerkingen over den toestand in die buiten- Toestand in landen, wier talen wij goed verstaan en met wier be-het Buitenland· woners wij een regelmatig geestelijk verkeer onder-houden.
In Frankrijk wordt betrekkelijk weinig geklaagd over Frankrijk, tekort aan uitdrukkingsmacht van de rechtstaal. Dit verschijnsel kan op twee wijze worden verklaard: of wel de uitdrukkingsmacht van de Fransche rechtstaal
1
W. 9459.