HOOFDSTUK II.
REKENSCHAP AANGAANDE DE KEUZE VAN HET VOORWERP EN DE WERKWIJZE VAN ONDERZOEK.
In het eerste Hoofdstuk heb ik aangegeven wat verhouding het voorwerp van miin onderzoek en welke de wiizevan dlt Hoofd־
. . . stuk tot het
van onderzoek is. In dit tweede Hoofdstuk wil ik thans vorige, de vragen stellen en beantwoorden : lüaarom ik juist dit voorwerp van onderzoek en waarom ik juist deze wijze van onderzoek heb gekozen.
Hieruit volgt, dat hetgeen in dit Hoofdstuk behan-deld zal worden niet in volkomen tegenstelling staat tot hetgeen in het voorgaande Hoofdstuk behandeld werd. Want bij de beschrijving in het vorige Hoofd-stuk van de signifische werkwijze bleek reeds eeniger-mate, waarom deze werkwijze naar mijne meening de voorkeur verdient. En omgekeerd : in dit Hoofdstuk, bij de uiteenzetting van de redenen van mijn voorkeur ten gunste van de signifische werkwijze, wordt deze tegelijk nog nader omschreven.
Ik heb tot voorwerp van onderzoek gekozen de waarom werd groep van de begrippen: ״Aansprakelijk, verantwoor-^ Jn°d°™^ delijk, toerekeningsvatbaar”, ten eerste omdat eengek02en? zuiver inzicht in het wezen van deze begrippen van groot belang is voor de rechtswetenschap in het alge-