6 4
meen en voor de strafrechtswetenschap in het bijzonder. Ten tweede, omdat het wezen dezer drie begrippen zeer betwist is.
Belang dezer Belangrijk : Prof. Mr. G. A. van Hamel omschrijft groept6" de strafrechtswetenschap als ״de leer van de straf-rechtelijke aansprakelijkheid, van hare voorwaarden en hare grenzen.” *) Hieruit volgt, dat ieder straf-rechtswetenschappelijk onderzoek ten slotte middellijk of onmiddellijk een onderzoek is naar het wezen der strafrechtelijke aansprakelijkheid. En omgekeerd : eene signifische beschouwing en ontleding van het begrip, ״aansprakelijkheid” stelt ons in staat van ieder straf-rechtelijk begrip de plaats vast te stellen welke het inneemt in het geheele stelsel van strafrechtsweten-schappelijke begrippen. Ik zal de juistheid van deze laatste stelling nader aantoonen in het eerste gedeelte van het vierde Hoofdstuk aan het slot van beschou-wingen over het begrip ״aansprakelijk” meer in het bijzonder.
Twist over de Betwist: dat over de begrippen ״aansprakelijk, ver-
beteekems de־ toerekeningsvatbaar” veel werd en veel
zer woorden. «7 ׳ ö
wordt getwist is een overbekend feit voor eiken beoefe-naar van de rechtswetenschap in het algemeen of van de strafrechtswetenschap in het bijzonder. Voor een zeer groot gedeelte zijn deze twisten te wijten aan een onlogisch en een onvast woordgebruik.
״Elke schrijver heeft zoowat zijn eigen woorden. Een waar getob, ’t is om er gek van te worden”. Aldus