52
En elders: ,,Ich habe an zahlreichen Stellen versucht, den Begriff Gesetz zu analysieren und ihn als einen rein menschlichen, der Wirklichkeit fremden, auf die Welterkenntnis nicht anwendbaren Begriff nachzuweisen. Insbesondere in der Geschichte gibt es keine Gesetze, auch nicht in der Sprachgeschichte”. *) Nog minder dan de natuurwetten zijn de taalwetten heerschend. Terecht stelt Mauthner de vraag, waarom de taal-wetenschap niet evenals de sterrenkunde in staat stelt tot het doen van voorspellingen, wanneer de taalwetten even stellig zijn als de natuurwetten. 1)
* *
*
Waarde van Wij meenen de taal in het algemeen en de rechts-bewust w00rd־^aa] ;n het bijzonder te kunnen verbeteren door het
gebruik. J
taalgebruik meer bewust, meer logisch te maken. Doch de vraag is zeer betwist of de uitdrukkingsmacht van eene taal grooter is, naarmate het uit de woorden van die taal duidelijker blijkt, op welke wijze zij door samenstelling of door afleiding gevormd zijn.
Prof. G. J. P. J. Bolland is de meening toegedaan, dat de uitdrukkingsmacht van eene taal toeneemt naar-mate de wijze van woordvorming doorzichtiger is. Hieruit volgt, dat hij de uitdrukkingsmacht van het Fransch gering moet achten, wellicht nog voldoende voor de dagelijksche behoeften, maar onvoldoende voor de mededeeling van fijnere gevoelens engedachten. 3) Van dezelfde meening is de Flamingant pastoor Hugo
1
Deel II bldz. 201.