32
de Grave : ״Het feit, dat men niet door redeneering tot een betere kennis van taalverschijnselen kan komen, maar evenals in de psychologie door zelfervaring.” 1) dauzat. yan (je buitenlandsche schrijvers noem ik Albert
Dauzat : ״C’est à la psychologie et non à la morale qu’ il faut demander la clef des évolutions sémantiques. Le principe directeur n’est autre que l’association des idées.” ף
wundt. En Wundt : ״Als Gesetze des Bedeutungswandels
lassen sich hiernach im Sinne der psychologischen Inter-pretation nur die allgemeinen Associationsgesetze selbst bezeichnen.” 3)
Beteekenis Het verschil tusschen de logische en psychologische
van woorden- taalopvatting komt vooral uit bii twee vraagpunten :
boek en Spraak- 1 nr 111 11
kunst. de beteekenis van een Woordenboek en de beteekenis
van eene Spraakkunst.
Ten aanzien van een Woordenboek : ״kan een Woor-denboek volstaan met het algemeen geldend woord-gebruik te beschrijven of behoort het daarnaast een mogelijk juister woordgebruik voor te schrijven ?” 4)
Ten aanzien van eene Spraakkunst : ״kan eene Spraakkunst volstaan met het algemeen geldend ge-bruik van spraakkunstige taalregels te beschrijven, of behoort zij daarnaast een mogelijk juister gebruik dier taalregels voor te schrijven.” opvatting van De logische taalbeoefenaars zullen tot de tweede logische taaibe-meenjn neigen. De psychologische taalbeoefenaars
oefenaars. o o tr o
1
״Taalstudie en taalonderwijs volgens de methode van Bally” Deel V bldz. 201. Ook bldz. 213.