15
betrekkelijk onvolkomen is J) Vandaar ook, dat wij niet de zekerheid 3) hebben, dat wij verstaan en verstaan : ,
worden. Integendeel hebben wij de zekerheid, dat wij niet verstaan en niet verstaan worden 3).
Echter : de tallooze beteekenissen van een woord wezen van
worden bijeengehouden door een verband, dat wij niet woordenrDing kennen en dat juist van deze tallooze beteekenissen een Woord maakt. Gelijk tallooze waarnemingen worden bijeengehouden door een verband, dat wij niet kennen, en־ dat juist van deze tallooze waarnemingen een Ding maakt 4). Zóó is het wezen van het Woord gelijk aan het wezen van het Ding, omdat het wezen van beiden het wezen van den Geest is. Een voorbeeld : tusschen de verschillende beteekenissen van het woord : ״proef-schrift” voor den schrijver, drukker, uitgever bestaat een verband, dat niet bestaat tusschen eene van de beteekenissen van het woord ״proefschrift” en eene van de beteekenissen van het woord ״koe” of ״huis”.
Waardoor zekere beteekenissen zich vereenigen tot een Woord is eéne vraag gelijkwaardig aan de vraag, waardoor zekere waarnemingen zich vereenigen tot een Ding.