193
delijke neigingen” en is nochtans in het algemeen niet strafbaar. En omgekeerd wijzen wij slechts op de ״objectieve delictsbestanddeelen” en de ״objectief strafverzwarende gevolgen”. x)
Prof. Mr. G. A. van Hamel hecht aan ״toerekenen” Toerekenen is geene andere beteekenis dan ״reageeren tegen” en reaseeren· gebruikt in plaats van ״toerekening” meermalen het woord ״reactie”. 1)
Ieder woord heeft tallooze beteekenissen. De tallooze beteekenissen van het woord ״toerekenen” bewegen zich tusschen het uiterste van Prof. Heijmans ״iemand beschouwen als dader van eene handeling” en het uiterste van Prof. Van Hamel : ״tegen den dader wegens zijne daad reageeren”. 3) Hier is duidelijk in-vloed van de doelgedachte en van het voorwaartsche verschuivingsverschijnsel. Maar ook : het belangrijke verschil tusschen de beide uitersten. In de beteekenis van Prof. Heijmans is de ״straf” niet een bestanddeel van ״toerekenen”, in de beteekenis van Prof. Van Hamel is zij dit wel. Daaruit volgt, dat wat geldt voor ״toerekenen” in de eene uiterste beteekenis niet
13
1
״Crimineele aetiologie” in ״De Gids” van 1899 Deel IV bldz.
518521 י·