184
welke van grooten invloed zijn geweest op de ge-voelens en op de gedachten van andere Nederland-sche onderzoekers.
Bovendien : de werkwijze van Prof. Heymans is zeer nauw verwant aan de signifische en zijn onderzoek betreft voor een belangrijk gedeelte het begrip ״toe-rekenen”. Om deze redenen zullen de beide bijdragen van Prof. Heymans zorgvuldig worden onderzocht. De bijdragen zijn: ״Uitwassen der crimineele anthropolo-gie” L) en ״Over strafrechtelijke toerekening”. 1)
De taak, die Prof. Heymans zich in beide opstellen had voorgesteld te vervullen, vinden wij door den schrijver aangegeven aan het begin van het tweede opstel: ״Het doel, dat ik mij in dit artikel stel, is bescheiden. Ik wil geen onderzoek doen naar de philoso-phische of ethische grondslagen der toerekenbaarheid, niet vragen naar het recht om toe te rekenen in het algemeen, niet behandelen het probleem der wils-vrijheid ; en in het bijzonder niet trachten uit te vorschen, of, en in welke van de talrijke beteekenissen, waarin dit woord wordt gebruikt, wilsvrijheid als voor-waarde voor toerekenbaarheid moet worden aange-merkt. Over al deze vraagstukken heb ik mij vroeger herhaaldelijk uitgesproken”. 3)
Het opstel in ״De Gids״ heeft in zijnen tijd zeer de aandacht getrokken, door de driedeelige onderschei-ding: ״fatalisme, determinisme, indeterminisme״ welke
1
״Tijdschrift voor Strafrecht” Deel XX.