178
En bij ״levensvatbaar” niet het lijdend voorwerp, maar het onderwerp van de handeling ,,leven” 1).
In de plaats van de samengestelde woorden ,,levens-vatbaar” en ״toerekeningsvatbaar” worden niet of weinig gebruikt de uitdrukkingen ,,vatbaar voor leven” en ״vatbaar voor toerekening.”
Bezwaren tegen Tegen ,,toerekeningsvatbaar” is, gelijk wij zullen ״toerekemngs- z;en menigmaal bezwaar gemaakt. Men beschouwt het
vatbaar י o מ
woord als een germanisme ontstaan onder den invloed van ״zurechnungsfähig”. ,,Levensvatbaar” wordt be-schouwd als een Hollandsch woord, buiten invloed van het Duitsche ,,lebensfähig”, onjuist gebruik Waar ,,toerekeningsvatbaar” gebruikt moest worden, baar״”t0ereken"worc^ door vele schrijvers ״toerekenbaar” gebruikt.
Wij zullen de logische waarde van deze twee woorden later vaststellen. Om deze reden : het werkwoord ״toerekenen” kan moeilijk worden behandeld vóór de woorden : ״toerekeningsvatbaar” en ,,toerekenbaar”. Maar omgekeerd kan toch ook de logische waarde van dezè twee laatste woorden niet worden bepaald, zoo-lang de waarde van ,,toerekenen” niet vaststaat. Van-daar, dat wij na deze voorloopige behandeling van ״toerekenbaar” en ״toerekeningsvatbaar” over gaan tot de waardeering van ,,toerekenen”.
* sjt *
1) Mr. A. de Ριντό ״Handleiding bij het Burgerlijk Wetboek״ gebruikt bij de behandeling van artikel 3 het woord ״leefbaar״ en voegt in eene noot bij : ״Dat is vatbaar, bekwaam om te blijven leven, sit venia verbo”. Over dit woord ״leefbaar״ raadplege men het Groote Woordenboek op ״baar״.
Eene merkwaardige bijdrage geeft Mr. De Pinto in zijne ״Lijst van gebruikelijke Latijnsche en Fransche regtstermen, waarvoor in het Burgerlijk Wetboek Hollandsche woorden zijn in de plaats gesteld״. Wij vinden ״imputatie” vervangen door ״toerekening״.
1