168
middel van het voorvoegsel ver gevormd worden tot vijftien groepen. ״Verantwoorden” bevindt zich in de elfde groep, omschreven als volgt: ״Ver” vormt werkwoorden met het begrip ״ten behoeve van” : ver-antwoorden = voor zich zelf of anderen antwoorden, verdedigen = voor iemand pleiten, van dadigen, dat is dagdingen, op den gerechtsdag verschijnen ·, ver-plegen, vertegenwoordigen, verweren, verzorgen enz.” Onder de ״opmerkingen” (bldz. 124) teekent Den Hertog aan : In groep 11 is eveneens de oorsprong van ver uit voor (hier in den zin van ten behoeve van) te herkennen.”
Het werkwoord ״antwoorden” is gevormd door middel van het achtervoegsel ״en” van het zelfstandig naamwoord ״antwoord.”
van de werk-woorden met ״ver”.
Antwoorden.
Werkwoorden, die gevormd zijn van een naamwoord noemt Den Hertog ״denominatieven.” 1) Hij onder-scheidt negen groepen van werkwoorden gevormd van zelfstandige naamwoorden. ״Antwoorden” brengt hij tot de werkwoorden met het begrip ״voorzien van”, de zoogenaamde ״ornatieven.”
Geheel onberispelijk schijnt deze woordenkeus niet. Doch eene geheel onberispelijke woordenkeus is niet te bereiken.
Het zelfstandig naamwoord ״antwoord” is gevormd door middel van het voorvoegsel ״ant” van het zelf-ständig naamwoord ״woord.” 2)
Antwoord.
Ant.
Het voorvoegsel ״ant” heeft ongeveer de beteekenis van ״tegenover”, ״tegen.” 3)
1
״De Nederlandsche Taal” Deel II bldz. 103.
2
De nauwkeurige wijze van woordvorming vindt men in het Groote Woordenboek.