I I
hij maakt zijn gedachten tot taal”. τ) En van denzelfden schrijver: ״Een geestelijke Kuituur zal wezen die, waarin het denken zijn woord vindt.” 1).
Het besef van de eenheid van woord en gedachte is ook bij de buitenlandsche signifiekkundigen leven-dig. Ik noem, om de fraaie gedachte ״Das Wort ist der verkörperte Begriff” een opstel van Friedrich Sturm ״Seelenzustand und Schuld” 3). Vast en twijfel-loos Fritz Mauthner: ״während ich Sprechen und Denken völlig gleichsetze” 4). De eenheid van denken en spreken is uitgedrukt in het Grieksche λό/ος 5) en niet minder in de Hebreeuwsche woorden אכל en דבר die beide zoowel ״spreken” als ״denken” beteekenen.
Het zelfstandig naamwoord דבר beteekent zoowel Zwoord” als ״ding”. 2).
Voor den rechtsgeleerde signifiekkundige is de woor-dentaal natuurlijk in de eerste plaats van belang. Het Recht wordt gesproken. Toch zullen ook de andere uitdrukkingsmiddelen niet gehèel buiten beschouwing behoeven te worden gelaten 7).
De Taal als uitdrukkingsmiddel is wel bij uitstek De Taai ais eene eenheid van tegendeelen. Zij is persoonlijk in^^kmgs
1
״Het levende woord” in het ״Tijdschrift voor Wijsbegeerte״
Deel III bldz. 180.
2
Vo&r de Hebreeuwsche woorden raadplege men vooral het Woordenboek van Dr. Ben-Jehoeda. Voorts: Prof. Dr. J. M, S.
Baljon ״Grieksch-Theologisch Woordenboek״ Deel II bldz. 190 v.v.