I 2
zooverre als niet twee menschen volkomen dezelfde taal spreken. Zij is maatschappelijk in zooverre als de menschen elkanders woorden voldoende verstaan. Zij is oogenblikkelijk in zooverre als het eenmaal uitgesproken ׳woord op geene enkele wijze meer zelf-ständig kan worden waargenomen, terwijl het nog niet-uitgesproken woord nog op geene waarneembare wijze bestaat. Zij is ontijdelijk in zooverre als de taal niet ophoudt te bestaan en van geslacht tot geslacht Taai en Hand- worc1t overgedragen. Men zou de taal eenigszins kunnen
schrift. .
vergelijken met het Handschrift. Het handschrift van eiken schrijver is persoonlijk zelfs in die mate, dat men het handschrift van eenen bepaalden schrijver her-kennen kan. Het namaken van eens anders hand-schrift is een vrijwel onmogelijk werk. Anderzijds zijn de handschriften zóó onpersoonlijk, dat wij handschriften van een ander kunnen lezen. 1). Ik geloof niet, dat het logisch of psychologisch gemakkelijk te verklaren is, waardoor Handschrift en Taal tegelijk persoonlijk en onpersoonlijk zijn.
Persoonlijke Uit het bovenstaande volgt, dat de veranderingen » maatsciia(.· ^ klank en jn jg beteekenis der woorden verklaard
pelijke oorza-
ken van taal- kunnen worden zoowel uit persoonlijke als uit maat-verandering, schappelijke oorzaken. De verklaring uit persoonlijke oorzaken is meer die van Hermann Paul 2). De ver-klaring uit maatschappelijke oorzaken is meer die van Wilhelm Wundt. Paul is een taalgeleerde, die zich
1
Dolphine Poppée ״L’expertise de l’écriture des délinquants” in de Verslagen van het Vijfde Congres voor Crimineele Anthro-pologie (Amsterdam 1901) bldz. 278.
2
Hermann Paul ״Prinzipien der Sprachgeschichte”. Aan te halen als ״Paul”.