159
voorwerp. Bij de behandeling van het werkwoord ״toe-rekenen” zal nader op den aard var! het meewerkend voorwerp worden ingegaan.
Het ״oorzakelijk voorwierp” wordt door Den Hertog Nadere om-omschreven als volgt. x) ״Het oorzakeliik voorwerp issch״jv1ng van
ו r 1-1 ו· het oorzakelijk
m het algemeen de naam of de aanduiding van eene voorwerp, zelfstandigheid, die als aanleiding moet beschouwd worden tot de werking of den toestand van het onderwerp.”
Bijvoorbeeld : ״Hij sprak mij aan over mijne plannen” :
Mijne plannen waren de oorzaak van zijn aanspreken.
״Hij antwoordde op mijne vragen”: Mijne vragen waren de oorzaak van zijn antwoorden. ״Hij verant-woordde zich over zijn gedrag”. Zijn gedrag was de oorzaak van zijne verantwoording.
Terecht merkt Den Hertog op: ״Nog meer dan bij Oorzakelijk het meewerkend voorwerp het geval was, moet bij devoorwerpenbe־
1 1 1 r ך.ן ן . ן , palingen.
behandeling van het oorzakelijk voorwerp de waar-neming van vele voorbeelden aanvullen, wat aan den naam of de definitie ontbreekt.”
Onder den éénen spraakkunstigen naam : ״oorzakelijk voorwerp” worden tallooze redekundige werkzaam־ heden samengevat.
Van de drie voorwerpen nadert het oorzakelijk voor-werp het meest tot de bepalingen. 1)
* *
*
Passen wij thans het voorgaande toe op het werk- Toepassing
woord ״aanspreken”. °p het werk־
woord ״aan-
op het woord ,
1
Men raadplege de lijst van de vaste voorzetsels bij Den Hertog Deel III bldz. 66-69.