160
Dit is een driepersoons-werkwoord, met een onder-werp, een lijdend voorwerp en een oorzakelijk voorwerp.
Alleen in enkele vaststaande overdrachtelijke uitdruk-kingen is ״aanspreken” tweepersoons: ״Hij sprak de jeneverflesch geducht aan”. In deze uitdrukkingen houdt ״aanspreken” geen merkbaar verband meer met ״antwoorden” en ״toerekenen”. 1 )
Bouw van de De handeling ״aanspreken” veronderstelt dus drie
handeling ״aan- personen.
Ten eerste: hij, die aanspreekt: het onderwerp.
Ten tweede: hij, die aangesproken wordt : het lijdend voorwerp.
Ten derde: een feit, als zelfstandigheid gedacht, dat de oorzaak is van het aanspreken : het oorzakelijk voorwerp. 2)
Toepassing Wie dus het wezen wil onderzoeken van de straf-op de straf-rechtelijke aansprakelijkheid, moet onderzoeken : het spraktiphe^r onderwerp, het lijdend voorwerp, en het oorzakelijk voorwerp van de handeling ״aanspreken” in de straf-rechtelijke beteekenis.
Het strafrecht In het begin van het Tweede Hoofdstuk wezen wij ais de weten- 0p omschrijving, die Prof. Mr. G. A. van Hamel strafrechtelijke geeft, van de strafrechtswetenschap als : ״de leer van aansprakelijk- de strafrechtelijke aansprakelijkheid, van hare voor-e ‘ waarden en hare grenzen.”
Wij stelden verder vast, dat indien deze omschrijving
1
Men vergelijke het vroeger opgemerkte aangaande artikel 1177 van het Burgerlijk Wetboek.
2
Het gebruik van ״persoon” is wellicht eenigszins bevreemdend in de uitdrukkingen : ״eenpersoons-, tweepersoons- en driepersoons-werkwoorden”. Nochtans meende ik deze uitdrukkingen te mogen gebruiken, omdat het woord .,persoon” in de spraakkunst geregeld in eenen verwanten zin wordt gebruikt.