117
woord ״verkoopen” vooruitgeschoven en heeft ״ver-koopen” de beteekenis gekregen van ״verkoopen en leveren.” *)
Zeer zeker heeft het woord ״verkoop” in artikel 1612 Onjuistheid niet ziinen Zin van: ״het sluiten van eene overeen-van ״verko°p”
J in artikel 1612.
komst van koop en verkoop”. Want, dat de kooper, aan wien het verhuurde goed nog niet werd geleverd, den huurder op grond van de enkele verkoops-over-eenkomst, tot ontruiming zou kunnen dwingen is niet juist, ook niet, wanneer het beginsel geldt : ״koop breekt huur”. Met deze laatste uitdrukking wordt zeker bedoeld : ״vervreemding krachtens eene overeenkomst van koop en verkoop breekt huur”.
Artikel 1612 behoorde te luiden: ״Door eene leve- Meer juiste ring ten gevolge van eene overeenkomst van koop entekst· verkoop wordt eene te voren aangegane huur niet verbroken”. Indien de wetgever deze woorden had verkozen, zou de vraag gemakkelijker opgekomen zijn of men wilde bepalen, dat de huur niet wordt gebro-ken door levering ten gevolge van de overeenkomst van koop en verkoop, dan wel door geen enkele ver-vreemding. Deze vraag is thans betwistbaar. Artikel 2605 van het ontwerp 1820 sprak van ״Vrijwillige vervreemding door den verhuurder gedaan”.
o o
Zooals het begin van artikel 1612 thans luidt, heeft het geene Beteekenis. Het behoorde te luiden : ״ver* vreemding ten gevolge van eene overeenkomst van koop en verkoop breekt niet eene te voren aangegane huur” of ״vervreemding breekt niet eene te voren aangegane huur”.
• · · ·· B6t6ekenis
Indien eene van deze twee uitdrukkingswijzen was van tevoren״