116
Het verschui- Het verschuivingsverschijnsel is van gewicht bij de vingsverschijn- verklaring van artikel 1612 van het Burgerlijk Wet-
sel en artikel ° o j
1612 van hetboek: ״ Door verkoop van het verhuurde wordt eene Burgerlijk wet-VOren aangegane huur niet verbroken, ten ware dit bij de verhuring mogt voorbehouden zijn”. *)
Het tweede lid van de bepaling kan thans buiten beschouwing blijven.
Bezwaar tegen Ten eerste zou het spraakbeeld ״de huur wordt niet de tekst. Ont* verbroken” beter vermeden zijn, daar deze woorden werp 1 20. aanlei(Jing geven tot strijd. Artikel 2605 van het ont-werp 1820 zeide eenvoudiger en duidelijker, dat de nieuwe eigenaar: ״treedt in de plaats van den ver-huurder, evenals of hij zelf de verhuring gedaan had.” 1) Vlottende be- Maar vooral : ״welke beteekenis heeft in artikel 1612 teekems van werkwoordelijk zelfstandig naamwoord ״verkoop”.
״verkoop”. ״״
De aldagelijksche spreektaal onderscheidt niet stellig tusschen ״verkoopen” en ״leveren”. Wanneer iemand zegt, dat hij reeds vele jaren geleden zijne boekerij heeft verkocht, dan bedoelt hij niet alleen, dat hij de boekerij heeft verkocht, maar ook, dat hij de boekerij heeft geleverd. Omdat ״verkoopen” geschiedt met de bedoeling te ״leveren” is de beteekenis van het werk-
1
Wellicht zal men ten gunste van de uitdrukking: ״koopt breekt geen huur” aanvoeren, dat zij schooner is, krachtiger, meer sprekend tot het volk, dan de ietwat dorre, droge tekst van het Ontwerp 1820. Ik zal de schoonheid van dergelijke uitdrukkingen niet ontkennen, maar ook eene strakke, logische taal, heeft haar schoonheid, al is deze van anderen aard. Voor de tegenstelling tusschen eene ״volkstaal” en eene ״geleerdentaal” ware eene ver-gelijking tusschen den Code Pénal en het Wetboek van Strafrecht van waarde.