108
door denzelfden persoon verricht. Het ״antwoorden” geschiedt door eenen anderen persoon. In sommige opzichten is de verwantschap tusschen de beteekenissen van ״aanspreken” en ״toerekenen” inniger. In andere opzichten is de verwantschap tusschen ״aanspreken” en ״antwoorden” inniger.
Men onderscheide en noeme ״aanspreken” en ״ant-woorden” niet elkanders tegengestelde, doch veeleer elkanders aanvulling. Het tegengestelde van ״aan-spreken” is niet ״antwoorden”, maar ״niet-aanspreken”. Uit de verhouding van de beteekenissen van ״aan-spreken” tot de beteekenissen van ״antwoorden” volgt, dat deze beteekenissen voor een gedeelte elkanders werkzaamheden kunnen verrichten. En de afleidingen ״aansprakelijk” en ״verantwoordelijk” zijn in menig opzicht gelijkwaardig.
* *
❖
verschijnsel Wij gaan thans over tot behandeling van het vroeger der beteekems-ree(js ter]00pS vermelde verschijnsel der beteekenis-
verschuiving. 1 ־ J
verschuiving. Door niet eenen enkelen signifiekkundige is dit verschijnsel, naar ik weet, onderzocht of be-schreven geworden. Nochtans is het voor de verklaring van wetsbepalingen van overgroot belang. Voor een gedeelte kan de beteekenis-verschuiving verklaard worden door de doelgedachte. Meer dan in andere soorten van woorden is de doelgedachte sterk in het werkwoord. Vandaar, dat ook het verschuivings-ver-schijnsel zich het mächtigst bij de werkwoorden voor-doet. τ)
1) Bréal behandelt een in de verte verwant verschijnsel ״rac-courcissement”, dat zich bij andere woordsoorten voordoet. Bldz. 151 ״D’une cause particulière de polysémie’’.