84
Over de mogelijkheid van bewuste, individueele, actieve significa schreef mij het volgende Prof. Dr. G. van Rijnberk, schrijver van een reeks artikelen: „Geneeskundige significa” in het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde van September 1918: „Ieder denkend mensch, om niet te zeggen: ieder consciëntieus spreker of schrijver heeft zoo lang de menschheid bestaat „significa” beoefend „sans le savoir”, en ieder, die verstandig is, komt dan tot de slotsom: alles is vaag en wisselvallig, de woorden, die begrippen of voorstellingen weergeven moeten, evenzeer als de denk-beelden zelve. Te streven naar zuiverheid van uitdrukking is even onzinnig als te streven naar „zuiverheid van gevoel” of „zuiverheid van begrip”. Zoo er iets zuiver is, dan zijn het: de meest afgezaagde, ultrabanale gemeenplaatsen. Die wortelen in de duizend-geslachten-oude, allerdiepste lagen der psyche van een allerbreedste strook menschheid. En daar die diepste lagen ’t oudst en minst aan verandering onderhevig zijn, zijn de banaliteiten, die daaruit opwellen nog ’t zuiverst, zooals ’t gevoel, dat aan hen ten grondslag ligt, tot de zuiverste en universeelste dingen behoort. En daar men heden niet kan zeggen, welke der nieuwe woorden, voor nieuwe begrippen nieuw ontstaan, over 1000 jaar gemeenplaatsen zullen zijn geworden en welke niet, lijkt mij alle arbeid van zifting en streven naar zuivering, ten slotte goed geld naar kwaad geld gooien.