77
uitgebreid over een taal van wiskundige woorden, die geen wiskunde begeleidt”.1) Eveneens overal waar regelmatigheid in de taal, die recht begeleidt, wordt uitgebreid over een taal van juridische woorden, die geen recht begeleidt. Op die manier wordt slechts een taalgebouw verkregen, dat van het recht onherroepelijk gescheiden blijft. De rechts-intuïtie moet het symbolengebouw van het recht op ieder punt van opbouw veri-fieeren.
X.
In dezen tijd is van de rechtkundige significa meest noodig: critische en actieve. Want in dezen Tijd ontstaan voortdurend nieuwe vormen van verstandhouding en zelfhandhaving.
Eenerzijds: is het gevaarlijk nieuwe verhoudingen te symboliseeren met woorden, die passen bij het oude systeem. Hierop heeft Prof. Krabbe gewezen op verschillende plaatsen in „De Moderne Staatsidee” (bldz. 10; 106—107; 170; 188).
Anderzijds: verbreekt een discrete verandering van de geheele terminologie de continuïteit van de juridische verstandhouding. Hierop wijst Prof. Struycken in „Recht en Gezag” bldz. 15.