76
Ten eerste: het intuïtief voortbouwen in een gedachte-s,ysteem zonder begeleiding van symbolen.1) Dit is het vrije denken. Wat wij gewoonlijk „denken” noemen is iets anders, n.1. het zwijgend voortbouwen in een woordensysteem. Voorbeeld van het vrije denken: de intuïtieve wiskundige bouwdaden.2) Het stelsel, dat daardoor ontstaat, kan niet aan anderen worden medegedeeld. Wordt het gesymboliseerd dan gaat het intuïtieve karakter verloren. Overigens kan men over dit symbolen-vrije denken niet anders dan sprakeloos spreken.
Ten tweede: het voortbouwen in een symbolen-systeem volgens die taalregelmatigheden, welke wij gewoonlijk de logische grondprincipes noemen. Zonder, dat het symbolen-systeem voortdurend gelijkgericht blijft met een correspondeerend begrippen-systeem. Voorbeeld: „waar regelmatigheid in de taal, die wiskunde begeleidt, wordt
1
) Nico van Suchtelen: „Het Al-Eenig Leven” in „De Beweging’* van Juli 1907 bldiz. 10: „Wij begrijpen door onmiddellijke aanschouwing en het begripssymbool zoeken wij eerst dan, wanneer wij ook anderen ons begrip willen openbaren.”
2