72
teekeningen bij Den Hertog’s Nederlandsche Spraakkunst” in Jrg. I, „Nieuwe Wegen?” een kritiek op vier Nederlandsche taalboeken in Jrg. II, eene belangrijke boek-beoordeeling over W. Zoethout’s „Taalonderwijshervorming in de lagere school” in Jrg. VII. Van H. van Strien een opstel: „Hasselbach’s Nederlandsche Spraakkunst principieel beoordeeld” in Jrg. I. Van Dr. E. Krui-singa: „Tamboers der voorhoede?” kritiek op drie Nederlandsche taalboeken in Jrg. V. Van J. Koopmans: „Geestdrift en praktijk” in Jrg. VIII.
Gewerkt werd voor onderwijs in eenvoudiger, natuurlijker stijl. Ik noem van den voortreffelijken J. Matthijs Acket „Proeve van een les in de beeldspraak” *) in Jrg. II. Van J. Koopmans „Schoolopstellen” in Jrg. II.
Gewerkt werd voor een betere opleiding van taalonderwijzers en voor betere examens. Ik noem M. R. Dijkman; „Kritische beschouwingen over hedendaagsche examen* praktijk” en „Laakbare eenzijdigheid. Karakter-analyse naar aanleiding van de schriftelijke taalopgaven van ’t onderwijzersexamen in 1911” beide in Jrg. V. En: Prof. Dr. C. G. N. de Vooys: „Letterkunde studie voor de
hoofdacte” in Jrg. V.