70
Trouwens: voortdurend wordt in „de Nieuwe Taalgids” de oudere logische taalbeschouwing gesteld tegenover de nieuwere psychologische, Maar over de verhouding tusschen logica en psychologie vindt men niets. Alsof dat zoo eene onbetwiste zaak ware.1) Wijsgeerige bezinning, zietdaar wat de Nieuwe Taalgids ontbreekt. Het ergste voorbeeld daarvan is: „Enkele taalpsycholo-giese opmerkingen” door J. G. Talen, R. A. Kollewijn en
F. Buitenrust Hettema in Jrg. II. Later herdrukt als „Inleiding” bij „Nederlandse Taal” door deze drie schrijvers. Dat opstel is het slechtste opstel uit al de twaalf jaargangen. Ik zal de waardeloosheid niet zin voor zin aan wij zen. Slechts drie punten. Ten eerste: het voortdurend ondoordachte gebruik van woorden als denk-pro-duct, logisch-product. Hij, die wil schrijven over de verhouding van' taal, logica, psychologie en denken, zal daarvoor andere woorden moeten gebruiken dan een zoo grof zinnelijke metafoor als product. Laten de drie schrijvers maar eens uit hun opstel alle zinnen met „product” bijeen-zoeken.
Ten tweede: pijnigende overschatting van de psychologie. Eén zinnetje: „De psychologische wetenschap is de eenige verklaarster van ’t wezen zoowel van taal als van
1
) Prof. Dr. Ph. Kothnstamm: „Psychologie en logica” in T. v. W. Jrg. I en Prof. Dr. G. Heymans: ,,De psyahologiscthe methode in de logica” in T. v. W. Jrg. II.