63
wat verklaren. Maar zonder wijsgeerige bezinning blijft ook dat triviale detail-wetenschap.
Het meest is thans noodig, ook voor de psychologie zelve, empirisch-beschrijvende, critische en aetief-scheppende significa. In mijn Proefschrift heb ik een poging daartoe gedaan, bijzonder in verband met de signifische woordengroep: aansprakelijk, verantwoordelijk, toerekeningsvatbaar. Het spreekt van-zelf, dat mijne formules: doelgedachte, verschuivingsverschijnsel, coöperatie bij de werkwoorden, niet meer zijn dan korte economische beschrijvingen. Logische, philosophische, psychologische verklaring is heel wat meer.
Meenen de psychologen, dat ik onderschat de waarde van de psychologie voor de significa dan kunnen zij dat bewijzen. Het bewijs zal èn de psychologie èn de significa ten goede komen.
Een goede poging is gedaan door Prof. Mr. Dr. R. Kranenburg om de waarde aan te toonen van de psychologie voor de significa. En wel: in een opstel in „De Beweging” van September 1916. Bldz. 238: „Hiermee raakt gij het verband tusschen de signifiek en de psychologie, en het komt mij voor, dat daar inderdaad het middel ligt om de signifiek tot verdere resultaten te brengen”. Welk deel van de signifiek? En welke resultaten? Prof. Kranenburg heeft alleen aangetoond (238-239), dat signifische ontleding van de woorden-