Pathologieën

Titel
Pathologieën

Jaar
1908

Druk
1975

Overig
herdr 1975

Pagina's
239



3.

De eerste straat die zij binnenkamen was smal, stil en zonnig. Die straat had een hoek in het midden, en in dien hoek stond een huis, dat hoog en wit was, en waarop de zon zeer in het bijzonder scheen.

Terwijl zij samen over kleine en groote dingen spraken, keek Johan goed hoe de vrouw was, die hem in de vreemde stad bracht naar zijne nieuwe woning. Zijn vader had hem geschreven, dat zij vrijwel dicht bij de zestig was en dat geloofde Johan dus, maar hij vond, dat zij er uitzag, alsof zij zeer veel jonger was. De keus van hare kleederen was eenvoudig, maar bijzonder voornaam. Johan was daarover innig tevreden, terwijl hij nu ook betere verwachting van hun bovenhuis had.

Zij tweeën waren in de zonnestraat voorbij den hoek gekomen, waarin het witte huis stond. Later kwamen zij tegen de poortronding op van een steenen sluis, en Johan zag daar een watergracht. Hij zag snel, oogenblikkelijk, naar links en rechts. Links had de gracht jonge boomen, zonder schaduw, nieuwe lichte huizen, en daarover veel zon. Het was daar een zonnegracht. Rechts waren zwaargebouwde boomen, die schaduwden over de straat en in het donkere walwater. De huizen waren donker getint. Er was weinig wit zonlicht. Dat was een schaduwgracht, die Johan dadelijk besloot, dat mooier dan de zonnegracht was. Hij zag een donkergrijs huis, onvereenvoudigbaar van bouw, daarvan dacht hij dadelijk, dat daar de voornaamste man van Haarlem of allicht van geheel Holland woonde.

Zij liepen nu naar beneden de brug neer. Johan keek om, zoodat hij de zonnegracht en de schaduwgracht beide zag. Hij vond die twee verschillende deelen van een gracht alletwee verschillend mooi. Hij zeide rillend:

״Wat een pracht van een gracht liepen wij daar langs."

״Ja," zeide mevrouw, ״dat is de Nieuwe Gracht... die is heel mooi, maar daar wonen ook de rijkste menschen van de stad. De Bisschop en de Gouverneur... die woont in dat groote grijze huis ... ik wou wel voor jou, dat wij ook zoo mooi woonden, want je vader heeft ons gezegd, dat je zeer op een mooi huis en eenen tuin bent gesteld ... die hebben wij heelemaal niet."

Toen werd Johan weder hartstikkend bang voor hun bovenhuisje,

80

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.