dersdeels wegens zijn anderen aanleg en aard.
De laatste twee jaren, sinds hij volwassen begon te worden, had hij eenige malen vreemde, hevige genegenheden gehad voor kleine, goedgekleede en teedere jongens van de school. Hij begreep daar niets van, want hij wist van zich zeiven, dat hij niet gemakkelijk was in het uitgeven van vriendschap. Maar hij gevoelde, dat deze genegenheid gevaarlijk was, van zulk eenen aard, dat hij er niets van tegen zijnen vader zeggen kon. Naarmate zijn lichaam sterker werd, kwamen die gevaarlijke ervaringen sterker en drukker in aantal. Hij droomde des nachts van sommige jongens, en hij deed onzedelijke handelingen met hen in die droomen, die zij ook met hem deden. Die handelingen waren hem aangenaam en zeer ontroerend op het gevoel. Wanneer hij wakker was geworden bemerkte hij, dat zijne nachtkleederen vochtig en vuil waren. Hij voelde zich dikwijls machteloos en moedeloos, terwijl zijn hoofd zeer zwaarmoedig was.
Hoewel hij wist, dat deze dingen gebeuren in het leven en in het lichaam van iederen jongen, die man wordt, schaamde hij zich, met een gevoel van zeer ongelukkig te zijn. Hij wist precies, dat hij daarover niet met zijnen vader spreken wilde en kon, en hij wist ook, dat het hem deugd en troost zou doen, wanneer hij er wel met zijnen vader over sprak. Dikwijls gevoelde Johan eene hevige behoefte om met zijnen vader te spreken, en het feit, dat hij die behoefte niet bevredigde deed hem pijn.
8.
Johan wist altijd zeker, dat hij nooit de minste mate van moeite had met zijnen vader. Hij dacht daarover in zijne jongste jaren nooit na. Maar wel dacht hij erover, en wel met vreugde, die hem diep trof, toen hij van andere gezinnen hoorde, waar tusschen den vader en de jongens onvredige onrust was. Later besefte hij, dat zijn vader nooit iets behoefde na te laten voor hem, evenmin als hij voor zijnen vader, want dat door wederzijdsche genegenheid alle daden zich van zelve op eene kalme wijze schikten.
9.
Maar in den laatsten tijd werd Johan's leven verstoord op eene teisterende wijze. Want hij begon ook zijnen geliefden en gewaar-deerden vader in de droomen vol onzedelijke handelingen te be-
10