Ik ben zonder twijfel alleen voor jou uit ons land weggegaan, en het hangt alleen van jou af, of ik weder rustig in Holland en in Haarlem kan komen wonen.
De dingen die ik je nu schrijf, had ik je willen zeggen op den Zondag, toen je bij mij waart in mijne werkplaats. Had ik je toen aangesproken, dan was het wellicht niet eens noodig geweest, dat ik uit Holland was weggegaan, naar de ellende, waarin ik nu al maanden lang hier leef. Maar ik durfde het toen niet doen.
Hans, je moet dezen brief vooral kalm lezen en je moet mij ook alleen antwoorden op eenen tijd, dat je kalm bent. Geef ook niet alleen aan mijn verlangen toe, omdat ik het vraag, dus uit medelijden, maar alleen, omdat je dat zelf ook wilt. Als jij niet voor mij kunt zijn wat ik voor jou ben, dan is het mij onmogelijk weder naar Holland te komen; dan blijf ik hier of ik ga verder af.
Ik hou zoo veel van je, Hans, ik hou zoo verbazend veel van je. Dat heb ik dadelijk gevoeld van het eerste oogenblik af, dat ik je bij de Riemersma's heb gezien. Je weet dat zelf natuurlijk niet meer, maar ik weet nog precies hoe je bent binnengekomen, en ik weet eigenlijk ook nog precies hoe je verder altijd bent geweest. Eene groote genegenheid is altijd een groote last, en ik heb door mijne genegenheid voor jou altijd verschrikkelijk veel geleden, al heb ik mij zoo goed mogelijk gehouden. Den eersten avond ben ik al naar Parijs gegaan, en dat was alleen om jou. Later ben ik alleen voor jou teruggekomen. Ik heb altijd verschrikkelijk geleden, wanneer je hooghartig tegen mij bent geweest.
Hans, wil je mijn vriend wezen?
Je moet goed begrijpen, wat ik daarmee bedoel, want ik bedoel geen vriendschap, zooals de menschen die bedoelen, maar ik bedoel liefde. Eene zeer bijzondere soort van liefde, die de menschen niet goed kennen, en waar zij een diep gevoel van verachting voor hebben.
Spreek er dus, wat ik je bidden mag, nooit met iemand over. Spreek niet over dezen brief, ook niet met den heer Riemersma, dien je volkomen vertrouwt. Je zoudt mij daardoor in groote en gevaarlijke moeite kunnen brengen, meer dan je wilt of weet.
Hans, ik bid je, wees mijn beste vriend. Dan zul je eens zien, welke mooie dingen ik onder jou goeden invloed nog maken zal. Behalve van Heieen Golesco heb ik nooit van iemand zooveel gehouden als van jou.
125